fbpx

Wanneer help je je kind? + 4 Stappen om hulpeloos gedrag te veranderen

Kom doe je jas dicht, we gaan de deur uit!
Wil jij het doen mama?
Je kunt heel goed zelf je jas dicht doen
Niet waar het is te moeilijk! Jij moet het doen!

Of wat oudere kinderen:

Maak je ontbijt schat, bijna tijd voor school
Wil jij het doen mama?
… nou vooruit.

Maak je wel eens mee dat je geïrriteerd raakt omdat je kind je voor de zoveelste keer vraagt iets te doen wat het heel goed zelf kan?

Das een strikvraag 😉
Elke ouders komt dat wel eens tegen.

En als jij zoals ik bent dan heb je misschien ook vaak de neiging om het snel maar even zelf te doen.

Het gaat veel sneller
Het is makkelijker
Je bent van het gezeur af…
(voor dat moment in ieder geval)

Of je bent er met je gedachten niet bij en je doet het al voor je kind zonder er over na te denken.

Maar hoe lief en goed bedoeld ook…
dat moedigt ‘hulpeloos’ gedrag juist aan

Het is ook niet echt goed voor je geduld.

En als je telkens alles oplost voor je kind kan dat leiden tot faalangst en onzekerheid.

Dat je kind gaat geloven dat het het niet zelf kan. En niet de kans krijgt om zelfvertrouwen op te bouwen.

Kinderen hebben soms echt onze hulp nodig.

En af en toe helpen met iets wat je kind zelf kan is echt niet erg.

Maar wanneer help je je kind door te helpen, en wanneer helpt helpen juist niet? 🙂


Wanneer is hulp echt helpen?

Er zijn twee manieren om in te schatten op welke momenten je kind echt hulp nodig heeft.

1. Kijken in welke ‘zone’ je kind is

Er zijn 3 ‘zones’

  • De comfort-zone, of groen: Alles is oké, weinig spanning
  • De leer-zone, of oranje: Een beetje spanning, beetje frustratie, maar het gaat nog
  • De paniek-zone, of rood: De spanning is te veel, een kind is overweldigd

Stel: je peuter is een toren aan het bouwen. Maar de blokjes vallen er steeds af.
Je kind raakt gefrustreerd maar blijft het opnieuw proberen.

-> Dat is de leer-zone.

Oranje. Soms is het verleidelijk om dan even een handje te helpen. Maar dit is hoe kinderen vaardigheden leren en leren omgaan met frustratie en tegenslag.

En dan is je kind er helemaal zat van en begint die blokken wild om zich heen te gooien.

-> Dat is de paniek-zone.

Rood. Je kind voelt te veel om nog te kunnen managen.

Op die momenten kun je helpen. Niet door de toren voor je kind te bouwen. Maar door je kind even uit de situatie weg te halen, even een pauze, even wat anders doen.
En iedereen in de omgeving en je kind zelf veilig houden.

“Ik zie dat je boos bent. Kom, we gaan even een pauze houden. Dan kun je het misschien later nog een keer proberen.”

Ik vind dit zelf vooral handig bij jonge kinderen.

Als je de neiging hebt om snel in te springen: dingen te willen fixen of oplossen voor je kind, dan is het op alle leeftijden behulpzaam om te kijken in welke zone je kind zit. En zolang dat groen of oranje is, niet té snel te helpen of het over te nemen.

Helpt het je kind als jij het overneemt?

Boodschap: laat mij het maar doen, jij kunt het niet zelf

Of helpt het meer om je gefrustreerde kind even ruimte te geven en zelf te blijven proberen?

Boodschap: ik heb alle vertrouwen in jou en als het echt niet lukt ben ik hier

 

2. Een natuurlijk verzoek om hulp of hulpeloos spelen

Het verschil tussen echt hulp nodig hebben of het begin van een power struggle…

Ik noem vaak dat autonomie een sterke behoefte is van kinderen. Ze willen graag invloed voelen over hun leven.

Dat kan positieve invloed zijn: zelf eigen keuzes maken. Of negative invloed: jouw dingen laten doen die je eigenlijk niet wilt doen, op je knopjes drukken, je grenzen opzoeken.

Net als aandacht, connectie voelen ook een hele sterke emotionele behoefte is.

Vaak is ‘hulpeloos’ gedrag een uiting van deze behoeftes. 

Als ik mama 3x heen en weer laat lopen om nog een glaasje water en toch nog die andere knuffel op te halen voor het slapen gaan – dan krijg ik aandacht en invloed. Bijvoorbeeld 🙂

In deze artikelen leg ik daar meer over uit:

5 strategieën om emotionele uitbarstingen te stoppen, voordat ze beginnen

Waarom is mijn lieve kind soms zo ontzettend boos, en wat kan ik er aan doen?


Een natuurlijk verzoek om hulp

Een natuurlijk verzoek om hulp is een situatie waarin je kind echt hulp nodig heeft. Omdat het bijvoorbeeld nog niet zelf veters kan strikken, of echt zijn wiskunde huiswerk niet begrijpt.

Als je kind een vaardigheid nog niet geleerd heeft dan is het natuurlijk om te vragen om hulp. En natuurlijk voor ons om te helpen.

Hulpeloos spelen

Stel dat hetzelfde kind ondertussen geleerd heeft zijn veters te strikken.

Het is tijd om de deur uit te gaan:

Mama wil je mijn veters strikken?
Lieverd, dat kun je heel goed zelf
Nee het is te moeilijk! Jij moet het doen!

Je hebt een beetje haast, geen geduld of geen zin in gezeur en je doet het snel even voor je kind.

Het ‘hulpeloze’ gedrag werkt en je kind voelt invloed.

De achterliggende behoefte is dan niet ‘echt hulp’ nodig hebben maar een behoefte aan invloed voelen, of aan aandacht.


Hoe weet je het verschil?

Dat is eigenlijk heel makkelijk. Dat voel je! 🙂

Je weet natuurlijk meestal wat je kind wel en niet zelf kan.
En een natuurlijk verzoek om hulp voelt prima.

Hulpeloos spelen voelt anders.

Je voelt een beetje weerstand, irritatie misschien, het gevoel alsof je kind gebruik van je maakt…

Heb je dat wel eens?

Deze 4 strategieën helpen je om hulpeloos gedrag te veranderen:

1. Neem tijd voor oefenen

Als het tijd is om een nieuwe vaardigheid te leren, neem er dan de tijd voor. Op een moment dat je kind hier voor openstaat. Dus als je kind ‘groen’ is, ontspannen, rustig. (En jij ook 😉 )

Neem de tijd, een-op-een om uit te leggen hoe iets werkt en te oefenen.

Je kunt zelfstandigheid en onafhankelijkheid benoemen:

Lieverd, je bent nu … jaar oud. Dat is oud genoeg om ‘dit’ zelf te doen. Laten we even kijken hoe het werkt.

Als je kind iets al kan, maar je kind blijft vragen of jij het wil doen is dat ook een goed moment om weer even te oefenen. Op een rustig moment.

Je vroeg een paar keer of ik je veters wilde strikken. Laten we dat nu even oefenen zodat je weet wat je moet doen de volgende keer als we de deur uit gaan.

Dan kun je oefenen alsof je de deur uit gaat. Laat je kind zelf de taak uitvoeren zodat jullie allebei weten dat je kind het zelf kan, en je kind de kans krijgt om meer zelfvertrouwen en onafhankelijkheid te voelen.

Maak van het oefenen fijne verbindingsmomentjes, met je volle aandacht, en een beetje humor.

2. Stel duidelijke verwachtingen

Kinderen kunnen geen gedachten lezen en het werkt beter als je duidelijk omschrijft wat je van ze verwacht.

Een taak als ‘maak je klaar voor school’ lijkt voor ons vrij simpel.
Maar er zitten heel veel stapjes in die je vaak beter los kunt benoemen: Trek schone kleding aan, poets je tanden en kam je haar.

Of als je kind bij jou komt met honger en je kind kan prima zelf en broodje maken, dan helpt het om duidelijk te benoemen dat je dat verwacht, op een rustig moment:

“Lieverd, je bent nu groot genoeg om zelf je brood te maken. De volgende keer als je honger hebt dan kun je naar de keuken gaan om en broodje te smeren. Laten we even kijken of je weet waar alles ligt en of je erbij kunt.”

Benoem positieve aspecten van groot zijn, zelfstandig zijn, goed voor jezelf kunnen zorgen:

“Ah ik zie dat je zelf brood hebt gemaakt, wat fijn dat je zo goed voor jezelf zorgt!”

Als je duidelijke bent in je verwachtingen en aanmoedigend dan weet je kind precies wat er van hem of haar verwacht wordt. Zonder excuses voor hulpeloos gedrag.

3. Geef je kind ruimte

Hulpeloos spelen is vaak een uiting van een behoefte aan Aandacht of Autonomie. Maar die behoeftes kun je beter voldoen op andere momenten.

Als je kind probeert met hulpeloos gedrag jouw aandacht te krijgen of invloed over jou uit te oefenen kun je het beste super rustig en relaxed blijven, en totaal niet onder de indruk.

Zeg iets wat lief en duidelijk is. Bijvoorbeeld:

“Ik weet dat je dit kunt. Ik heb alle vertrouwen in jou. Ik ben in de kamer als je klaar bent.”

En dan geef je je kind ruimte en loop je weg.

Als er geen aandacht of invloed te halen valt, dan is het hulpeloos spelen opeens niet meer zo interessant 🙂

4. Verwoord taken in Wanneer-Dan

Het idee is dat er iets leuks komt, wanneer je je taken hebt uitgevoerd.

Wanneer je je huiswerk gedaan hebt – Dan mag je een uurtje gamen.
Wanneer je je aangekleed hebt – Dan gaan we even samen spelen
Wanneer je je tanden gepoetst hebt – Dan lezen we samen nog een verhaaltje in bed.

Het helpt met motivatie als er iets leuks komt na een klusje. En gevoelige kinderen doen het vaak erg goed op voorspelbare routines.

Hulpeloos gedrag verdwijnt niet van de ene op de andere dag.

Het duurt even om nieuwe gewoontes aan te leren, hulpeloos spelen werkte eerder heel goed dus je kind gaat dat nog wel een tijdje proberen en je moet even de tijd nemen om vaardigheden te oefenen.

Maar als je rustig en consequent blijft volhouden dan merk je al snel en groot verschil.


Alle tips & strategieën weten?

Ze komen uit de cursus Hoogsensitief Opvoeden:

Breng rust & harmonie in je gezin

Ontdek 3 manieren om te achterhalen waar ‘vervelend’ gedrag precies vandaan komt, en hoe je lastige situaties of ‘vervelend’ gedrag blijvend oplost

Ervaar rustige avonden, makkelijk naar bed & slapen en harmonieuze ochtenden – zonder strijd, herhalen of steeds moeten aansporen

Nooit meer schreeuwen, mopperen, zeuren of drammen – en een kind wat makkelijk meewerkt en luistert

Help in 4 stappen broertjes en zusjes harmonieus met elkaar omgaan, zonder dat jij ooit nog politie agent of rechter hoeft te spelen

Met praktische strategieën, tools en voorbeelden voor alle dagelijkse situaties met je kind, van 2,5 tot 16 jaar. 

Voel je de beste ouder die je kunt zijn

Iets voor jou?

>> Hoogsensitief Opvoeden

8 Praktische Tips voor Strong-Willed kids

8 praktische tips voor ouders van hoogsensitieve kinderen met een erg sterke eigen wil 

Hoogsensitieve kinderen met een sterke wil kunnen een bijzondere uitdaging zijn voor ouders. Maar daar vertel ik je waarschijnlijk niks nieuws 😉

Power struggles, grenzen opzoeken, heftige emoties, wilde buien…

Deze kinderen hebben vaak veel ruimte nodig en een grote behoefte aan autonomie.
Maar vaak ook juist een grotere behoefte aan hele duidelijke grenzen en echte rust.

Ze kunnen snel overweldigd raken van te veel prikkels of harde geluiden
Maar ze kunnen zelf ook overweldigend geluid en prikkels veroorzaken 🙂

Soms is het gevoelige stuk lastiger te herkennen.

Niet iedereen snapt dat als jouw kind wild schreeuwend door het huis heen stuitert, dat vaak betekent dat je hele gevoelige kind moe en overprikkeld is. Maar dat tot uiting brengt op een erg temperamentvolle manier 🙂

Hoe beter je de specifieke behoeftes en uitdagingen van een hoogsensitief kind met een sterke wil begrijpt, hoe makkelijker je ze kunt begeleiden als ouder.

En als je een aantal van deze tips gaat toepassen zul je merken dat het met de power struggles, heftige emoties en wilde buien best nog wel mee kan vallen 🙂


Hier zijn 8 praktische tips die je kunnen helpen als jouw kind hoogsensitief en strong-willed is:

1. Zorg voor balans en geef je kind ruimte voor avontuur

Balans is niet alleen wanneer je altijd perfect in het midden bent tussen rust en avontuur. Wanneer je de ene keer iets meer rust hebt en de andere keer iets meer avonturen beleefd geeft dat ook balans.

Sommige strong-willed kinderen lijken ondanks hun gevoeligheid overprikkeling soms op te zoeken. Of in ieder geval de voor hun interessante activiteiten, die tot overprikkeling kunnen leiden later.

Strong-willed kinderen hebben een grotere behoefte aan nieuwe ervaringen en avontuur. Te veel spanning leidt tot overprikkeling, maar te weinig spanning en uitdaging leidt ook tot onrust. 

Als (sensitieve) ouder kun je soms geneigd zijn om beschermend te zijn als iets te veel of te prikkelend lijkt voor jouw kind (en soms is dat ook echt zo). Terwijl het voor kinderen hele waardevolle ervaringen en avonturen kunnen zijn.

Bovendien hebben temperamentvolle kinderen hier ook echt behoefte aan, en helpt het ze in balans te zijn als ze ook hun andere kant soms even de ruimte mogen geven. 

2. Zorg voor duidelijke grenzen

Duidelijke, heldere grenzen zijn belangrijk voor kinderen, en helemaal voor hoogsensitieve, temperamentvolle kinderen. Voor sensitieve ouders trouwens ook 😉

Wanneer je veel over je grenzen gaat of laat gaan – en ik weet hoe gemakkelijk dat soms is – raak je zelf ook sneller uit balans en eerder gefrustreerd.

Voor kinderen geven grenzen structuur en voorspelbaarheid. Dat geeft rust.

Nou kunnen temperamentvolle kinderen alles uit de kast halen om grenzen te testen. Dat kan een teken zijn dat een kind meer behoefte heeft aan autonomie. Maar het is ook gewoon een gezonde gewoonte van kinderen. Ook al kan dat voor ons behoorlijk lastig zijn als we nog niet geleerd hebben om vol vertrouwen en met liefde duidelijke ‘nee’ te zeggen.

Grenzen testen hoort bij de ontwikkeling tot individu. Dat betekent niet dat kinderen op de lange termijn gelukkiger zijn als ze altijd hun zin krijgen, en ook niet dat dát is wat ze eigenlijk willen.

Vaak is het ook juist een zoeken naar veiligheid:

Waar is de structuur?
Ben jij een veilige, rustige leider?
Ben ik veilig?

Als ik hier een enorme emotionele uitbarsting krijg, ben jij dan de rustige, sterke ouder die mij kan helpen?

Als je grenzen of boze reacties soms lastig vindt, zie tip 8 🙂

3. Waar zeg je ‘Ja’ tegen

Kinderen kunnen om de meest uiteenlopende dingen vragen. Soms is het een jengelend verzoek om nog een ijsje, of nog langer in de speeltuin blijven en op andere momenten is het een enthousiaste vraag of we vandaag op zolder kunnen spelen, of patat gaan eten.

Sensitieve en temperamentvolle kinderen kunnen ontzettend goed aanvoelen hoe ze je kunnen overtuigen en met veel passie vurige betogen houden.

Maar waar zeg je nou ‘Ja’ tegen?

Als je dit soms moeilijk te bepalen vindt, is het volgende misschien een handige manier voor je:

Komt het verzoek met gejengel of huilen?
Dan is het heel vaak een grenzenkwestie. Als je erop gaat letten zul je merken dat dit ook de verzoeken zijn waar je eigenlijk liever ‘nee’ op zou zeggen.

Komt het verzoek met passie en enthousiasme?
Dan is het vaak een oprecht verzoek voor een ervaring waar je kindje naar opzoek is. Stralende, grote ogen kijken je verwachtingsvol aan, en ‘Ja’ zeggen tegen dit soort verzoeken voelt goed.

Dit zijn de verzoeken die kinderen doen als ze goed in verbinding zijn met zichzelf en hun eigen passie.

Soms moet je hoofd misschien even wennen aan het ongebruikelijke of nieuwe idee.

Ik vond het zelf bijvoorbeeld een beetje spannend toen mijn driejarige heel graag de komkommer wilde snijden, maar hij deed het uiterst zorgvuldig en veilig met zijn vingers ver van het mes.

Zolang het niet over een grens van jou gaat en veilig genoeg is, is het heel waardevol voor je kind als je hem of haar de ruimte geeft deze nieuwe ervaring te onderzoeken.

Het helpt temperamentvolle kinderen ook om in balans te blijven als ze hier ruimte voor krijgen.

4. Bied ‘kleine keuzes’ aan

Kleine keuzes aanbieden werkt voor veel kinderen erg goed. De mogelijkheid om op een positieve manier invloed te hebben op je eigen leven.

Ieder mens heeft die behoefte in meer of mindere mate. Maar temperamentvolle kinderen hebben een enorme behoefte aan autonomie.

Houd de keuzes in principe klein en overzichtelijk:
“Wil je deze blauwe broek aan of de rode?”
“Wil jij eerst naar de WC of zal ik eerst gaan?”
“Wil je rennend naar huis of lopend?”
“Wil je zeep of olie in bad?”

Als kinderen wat ouder zijn kun je de vragen wat breder maken:

“Wil je iets mee naar boven nemen voordat we gaan slapen?”
“Wat wil jij graag eten vandaag?”
“Naar welke supermarkt zullen we gaan?”
“Welke van deze huishoudelijke klusjes wil jij deze week doen?”
“Welke kleding wil jij aan, of kopen?”

Bij ons resulteerde dat erin dat mijn zoon als peuter regelmatig met een rode en een groene laars naar de crèche ging. Of dat hij in de zomer alleen een rompertje droeg, met daarop zijn stropdas van kerst…

Leven bestaat volop uit keuzes maken en op deze manier kan je kind al op jonge leeftijd leren dat het een voorkeur heeft en dat het deze uit mag spreken.

Neem even een moment om naar jullie leven te kijken. Waar kun jij de controle een beetje loslaten? Waar kun je jouw kind kleine, voor jou acceptabele, keuzes laten maken?

Het geeft een enorm gevoel van vrijheid en autonomie, ook al lijken de keuzes klein voor ons.

En dat helpt met het jezelf leren kennen, groeien van zelfvertrouwen en het voorkomen van ‘emotionele uitbarstingen’.

Kinderen met een sterke wil hebben het -nog meer dan anderen-  nodig om invloed te voelen over hun leven.

Dat kan positieve invloed zijn, met kleine keuzes op momenten die jou uitkomen en binnen grenzen die oke zijn voor jou.

Of negatieve invloed door tegen te werken, op knopjes te drukken, drammen op momenten dat het jou niet zo goed uitkomt 🙂

Als jouw kind niet genoeg positieve invloed voelt, gaat het gegarandeerd negatieve invloed zoeken op andere moment. Dat is een basisbehoefte, daar kan je kind niks aan doen. 

5. Ken het stoplicht van je kind

Iedereen heeft een soort innerlijk stoplicht wat spanning meet. Als je groen bent dan ben je ontspannen, rustig, weinig tot geen spanning. Dit zijn voor kinderen goede momenten om te verbinden, gesprekken te voeren, nieuwe dingen kunnen opnemen. 

Als je gespannen begint te raken dan wordt je stoplicht oranje.

Een kind wordt dan wat prikkelbaar of sneller emotioneel. Maar je kunt je kind nog wel bereiken.

‘Oranje’ is een goed moment voor een pauze. Even geen prikkels. Even bewegen, spanning eruit laten. Even echt samen wat doen.

Wanneer er te veel spanning in een lichaam zit wordt het stoplicht rood. We noemen dat in de psychologie de vecht-of-vlucht reactie. Bevriezen komt ook voor.

Bij kinderen met een sterke wil is het meestal vecht: Ontploffing, heftig boos, aanvallend, naar buiten gericht.

Dat is dus een overlevingsmechanisme – geen bewuste keuze van je kind om zich zo te gedragen. Dat is altijd een goed begin: om jezelf daar even aan te herinneren op zulke momenten.

Het helpt als je leert herkennen wanneer je kind oranje begint te worden. En wat je dan wel en niet kunt doen om te helpen. Dat is ook handig voor op school.

En helemaal als je kind dat zelf leert te herkennen en weet hoe het zichzelf kan helpen op oranje momenten. 

Bij temperamentvolle kinderen komt het regelmatig voor dat ze oranje lijken over te slaan. Alles is groen en rustig en dan opeens is er rood en boos.

Als een kind te vaak te veel spanning voelt, moeite heeft om spanning los te laten of oranje gewoon niet voelt en herkent in zichzelf, dan slaan ze ‘oranje’ vaak over en kunnen ogenschijnlijk vanuit het niks boos worden en van ‘groen’ naar ‘rood’ gaan.

Dan is het belangrijk dat het systeem van je kind eerst echt goed tot rust komt. En dat je je kind vervolgens leert om zijn of haar eigen gevoelens beter te gaan herkennen. Hoe het kan voelen dat spanning oploopt en wat je kind dat zelf kan doen, en oefenen met hoe het zichzelf tot rust kan brengen.
 

6. Opladen met quality time

Alle kinderen hebben aandacht nodig. Een behoefte om zich verbonden te voelen, gezien, geaccepteerd.

Als je strong-willed kind een fase heeft met veel prikkels, spanning en een kort lontje dan kan dat er wel eens wat bij inschieten.

Terwijl ze het juist dan extra nodig hebben.

Soms denken we dat we veel tijd met ons kind doorbrengen.

Maar ben je er echt, helemaal voor je kind of zijn jullie gewoon in dezelfde ruimte?

Echte quality time die je kind helpt opladen is 100% met je aandacht aanwezig zijn zonder afleiding. Dat hoeft niet 24u per dag, 10 minuutjes per dag maakt al een heel groot verschil.

7. Help met gronden, loslaten & tot rust komen

Temperamentvolle kinderen zijn meer geneigd om situaties met veel prikkels op te zoeken. Hun sensitieve lichaampjes moeten dat ook allemaal weer verwerken.

Deze kinderen vinden het vaak lastiger om uit zichzelf tot rust te komen. En zo kunnen spanning en prikkels soms lang blijven hangen, of er in één keer in een ontploffing uitkomen.

Strong-willed kinderen geven niet snel op en zijn minder geneigd om zelf rust te nemen – ook al hebben ze het hard nodig. Vooral als kinderen jong zijn is het handig als je ze daar soms even bij helpt.

Gronden is een perfecte manier om van spanning en prikkels af te komen.

In de masterclass ‘Hoogsensitief Kind’ hebben we het daar uitgebreid over gehad.
=> Als je nieuw bent hier en die nog niet gezien hebt kun je je hier gratis aanmelden

Gelukkig zijn er heel veel leuke manieren om samen dingen te doen die je kind helpen gronden in zijn of haar lichaam en spanning af te voeren:

Samen buiten wandelen – in het bos of aan het strand is helemaal fantastisch,
lekker samen onder de douche, springen, rennen, op de trampoline,
stoeien, dansen of spelen met klei zijn hier voorbeelden van.

Als je kind het leuk vindt zou je ook verschillende sporten aan kunnen bieden om je kind te helpen in balans te blijven.

Lekker veel bewegen en actief doen is bijzonder behulpzaam voor kinderen die temperamentvol zijn en het leuk vinden.

En als een sport te veel prikkels is of niet interessant kun je lekker vaak samen even bewegen. Vijf minuten maakt al een groot verschil.

8. Het is oké om een emotionele reactie te hebben

Heb je soms moeite met grenzen aangeven? 
Wil je conflicten en boosheid graag vermijden?
Kun je nog wel eens een please-neiging hebben?
Als je kind een vervelend gevoel heeft wil je dat dan graag gelijk oplossen?

Veel gevoelige mensen hebben dat.
Ik had dat zelf nogal extreem 🙂

Wat helpt is jezelf eraan te herinneren dat het oké is als je kind een emotionele reactie heeft. Dat klinkt heel simpel maar het werkt.

Soms geef je toe of negeer je je eigen grens omdat je geen boze bui wil.
Maar de boze bui is oké. Niet fijn of prettig 🙂

Het is oké voor je kind om erg teleurgesteld of boos te zijn als je nee zegt.

Voor mij hielp het om dat ook hardop te zeggen.

Iets als:
“Ik snap dat je boos bent. Dat is oké. Dat veranderd mijn antwoord niet. Je mag je daar best even boos of teleurgesteld over voelen. Dat begrijp ik. 

Dat zijn goede reminders voor jezelf, maar geeft je kind ook duidelijkheid.

Dit is een grens.
Ik mag mijn reactie hebben.
Mijn gevoelens zijn ok.
Maar het gaat niet veranderen. 

(Als je grenzen en conflicten lastig vindt, of moeite hebt om je rustig te voelen op zulke momenten dan is onze FreeHappyParents cursus allicht iets voor jou. De Balans Cursus speciaal voor gevoelige ouders.
=> Hier kun je alles lezen over de Balans Cursus voor Gevoelige Ouders)


Gevoelige kinderen met een sterke wil zijn soms gewoon wat extra uitdagend voor ouders. Maar met deze tips wordt het hopelijk al ietsje makkelijker voor jullie.


Wil je meer ondersteuning voor je strong-willed kind?

Als je merkt dat je kind spanning lang vasthoudt, oranje soms overslaat of het moeilijk vindt om tot rust te komen, dan is het FreeHappyKids-Programma allicht iets voor jullie. 

Van heftige of lange emotionele buien naar rust en balans

Van weerstand, steeds aandacht vragen of op je knopjes drukken naar zachtheid en meer spontane lieve momentjes

Van wilde buien voor het slapen of niet goed zelf tot rust kunnen komen, naar makkelijk, zelf en diep in slaap vallen.

Het helpt je kind spanning en vervelende gevoelens structureel beter los te laten, meer te ontspannen en sneller en dieper te slapen

Laat je kind op speelse wijze ontdekken hoe gevoeligheid werkt en de belangrijke vaardigheden om met je gevoeligheid in balans te zijn, en te blijven – ook als de buitenwereld druk is of bijvoorbeeld op school.

Hier lees je er alles over en kun je ervaringen lezen van ouders die al begonnen zijn:

=>> het FreeHappyKids-programma (6-12 jaar)

Of nu ook voor de kleintjes:
>> FreeHappyKids JUNIOR (1 t/m 5 jaar)

5 strategieën om emotionele uitbarstingen te stoppen, voordat ze beginnen

Alle ouders maken het wel eens mee:

Je bent aan het boodschappen doen in een volle supermarkt.
“Mama, mag ik chocola?”
“Nee schat, vandaag niet.”

Of je bent in de speeltuin en het is tijd om te gaan.
Maar je kind heeft geen zin…

Het is bedtijd en je vraagt of je kind wil gaan tandenpoetsen. Maar je kind is moe, overprikkeld en wil blijven spelen…

Je ziet het gezicht van je kind en voelt de bui al aankomen:

De heftige emotionele uitbarsting.

Je kunt je op die momenten behoorlijk hulpeloos voelen als ouder.
Maar, gelukkig kun je er wel wat aan doen 🙂

Hier zijn 5 strategieën om uitbarstingen te stoppen, voordat ze beginnen:

1. Zorg ervoor dat het Aandacht-balkje opgeladen is

Ken je het computerspel ‘The Sims?’ In dat spel heeft elk poppetje een aantal balkjes met verschillende behoeftes. Als de balkjes vol zitten (je sim is uitgerust, heeft genoeg gegeten, voelt zich schoon, etc) dan is je Sim happy en groen. Als de balkjes te ver leeglopen dan worden ze ongelukkig en boos.

Je kind heeft 2 balkjes die heel belangrijk zijn. Als die opgeladen zijn dan is het makkelijk voor je kind om happy en rustig te zijn. Als ze leeg zijn dan wordt je kind overstuur, boos of laat ‘vervelend’ gedrag zien.

Ik noem het wel vaker, maar het is gewoon erg belangrijk en handig om te weten 🙂

De eerste is het ‘aandachtsbalkje’

Een kind wat niet genoeg echte aandacht en connectie voelt, gaat daar om vragen.
Meestal niet op een fijne manier en meestal niet op een moment dat het ons goed uitkomt.
Vaak als een kind moe is of moet meewerken bijvoorbeeld.
En vaak leidt dat tot emotionele uitbarstingen.

Neem elke dag echt even de tijd voor je kind. Één op één. Het mooie is: je hoeft er alleen maar te zijn. Laat je kind zelf uitkiezen wat het met jou wil doen.

Zorg er voor dat je er ook echt helemaal bent.
Dus telefoon weg en geen boodschappenlijstjes maken in je hoofd 😉

10-15 minuten per dag is genoeg.

Hoewel het een beetje kan verschillen per kind, per leeftijd en hoe je kind zich voelt die dag. Als je kind overprikkels is of jullie hebben een beetje een botsing gehad bijvoorbeeld, dan kan het fijn zijn om wat extra oplaadtijd te hebben. 


2. Zorg ervoor dat het Autonomie-balkje opgeladen is

Autonomie is het tweede balkje wat belangrijk is. Ieder kind, elk mens, heeft de behoefte aan een zekere mate van invloed en controle over zijn of haar leven.

Als je een peuter hebt, een tiener en/of een kind met een sterke wil, dan is die behoefte nog groter.

Autonomie betekent niet dat je je kind ten alle tijden alle keuzes zelf laat maken. Dat is veel te veel verantwoordelijkheid, voelt niet veilig voor een kind en gaat waarschijnlijk erg botsen met jouw grenzen en huisregels 😉

Een kind wat te weinig positieve invloed voelt over zijn leven, gaat die behoefte proberen te voldoen op manieren die wij vaak minder fijn vinden: Negatieve invloed uitoefenen.
Tegenwerken, Nee zeggen, op je knopjes drukken, drammen en zeuren.

En vaak leidt dat tot emotionele uitbarstingen…

Laat je kind iets kiezen wat het wil doen samen met jou en volg je kind. Dan heb je de behoefte aan aandacht en aan autonomie tegelijk. We noemen het hier bonus-tijd. Het betekent dat je mijn volle aandacht hebt en dat we spelen wat jij wil.

Andere manieren om je kind invloed te geven is het zelf ‘kleine keuzes’ te laten maken afhankelijk van de leeftijd. Welke kleding aan, een keer per week kiezen wat jullie gaan eten – of zelf koken, eventueel met hulp maar onder leiding van je kind, welke route jullie naar school fietsen, welke huishoudelijke klusje je kind doet en wanneer.

Bij jonge kinderen is helemaal vrije keuzes vaak nog te lastig. Je kunt dan een aantal opties geven om uit te kiezen.

3. Bereid je kind voor met duidelijke verwachtingen

Kinderen zijn net als mannen: ze kunnen geen gedachten lezen en als je iets van ze wilt werkt het beter als je dat heel duidelijk benoemd.

(grapje, maar niet helemaal)

Voor kinderen is het fijn als ze weten wat zij kunnen verwachten. En wat jij van ze verwacht.

“We gaan zo naar een verjaardag. Daar zijn veel mensen en veel geluid. Je mag lekker op jezelf spelen of met de andere kinderen en als het even te veel is dan kun je bij mij komen en een hand op mijn been leggen.”

Het voorkomt overprikkeling en uitbarstingen niet altijd, maar het maakt het wel een stuk makkelijker voor kinderen en de kans een stuk kleiner.

Het is sowieso fijn om een signaal af te spreken wanneer je kind zich niet goed voelt. Vaak wordt het dan al lastiger voor een kind om rustig te communiceren. De ‘hand op je been leggen’ werkte altijd heel goed bij ons.

Dat kan ook op school. Sommige scholen gebruiken smileys, stoplichten of dobbelstenen met kleurtjes waarmee kinderen aan kunnen geven hoe ze zich voelen – zonder dat te hoeven benoemen. Zodat een docent dat weet en er rekening mee kan houden.


4. Denk vooruit

De omstandigheden zijn soms gewoon niet ideaal. Soms moet er iets gebeuren op een moment dat het eigenlijk niet uitkomt. Soms is je kind gewoon ‘op’.

Soms lijkt het alsof die momenten gewoon zo maar ontstaan. Maar als je weet welke activiteiten, omstandigheden of momenten lastig zijn – voor je kind of voor jou zelf – dan kan het veel schelen als je een beetje vooruit plant.

En vaak kan dat al met kleine dingen:

Als je kind snel overstuur is bij honger kun je er voor zorgen dat je altijd een gezonde snack in je tas hebt zitten.

Als je kind erg gevoelig is voor de supermarkt prikkels kun je misschien op een ander moment gaan alleen, of boodschappen voor meerdere dagen tegelijk halen.

Als je kind aan het eind van de middag sneller emotioneel is kun je die momenten misschien beter thuis plannen.

Als koken een stressvol moment voor jou is aan het einde van de dag kun je misschien in de ochtend alvast een ovenschaal of hartige taart voorbereiden.

Etc, etc…


5. Help je kind gevoelens te leren herkennen en uitbarstingen zelf aan te voelen komen

Wanneer je kind iets ouder wordt helpt het enorm als je kind zelf gevoelens en spanning leert herkennen. Als je kind doorheeft wanneer hij of zij ‘oranje’ wordt en even een pauze nodig heeft voordat het doorslaat naar ‘rood’.

Je kunt daar al jong mee beginnen door gevoelens te benoemen als je kind ze heeft:

“Zo jij bent boos!”

Als je merkt dat de spanning op begint te lopen bij je kind kun je zelf een pauze voorstellen:

“Ik voel dat ik even een rustige pauze nodig heb, hoe voel jij je?”

Het is sowieso handig om regelmatig je eigen gevoelens te delen en voorbeelden te geven hoe jij daar zelf mee omgaat.

Niet de grote of zware gevoelens natuurlijk. Maar bijvoorbeeld:

“Ik merk dat ik weinig geduld heb. Ik ga even 5 minuten lekker de tuin in opladen.”
“Ik voel irritatie, ik ga even lekker stampen op de vloer.”

Kinderen leren van ons voorbeeld.

Als je zelf alles wegstopt, hoe leert een kind dan gezonde manieren om gevoelens ruimte te geven of hoe je jezelf tot rust kan brengen?

Door deze strategieën te gebruiken kun je vooruit denken en uitbarstingen vaak voorkomen nog voordat ze beginnen. Bovendien zul je gaan merken dat deze simpele strategieën ook een positieve invloed hebben op het gedrag van je kind op andere momenten.

 

Meer ondersteuning

  • Is jouw kind erg gevoelig en snel overprikkeld?
  • Blijft spanning soms dagenlang hangen?
  • Lijken emotionele uitbarstingen soms zo maar uit het niks te komen?

Gevoelige kinderen houden vaak veel spanning vast. Drukke dagen, op school, een emotionele gebeurtenis. Die spanning komt er dan later weer uit -hopelijk. Soms op een moment dat je het helemaal niet zag aankomen. En vaak met een emotionele uitbarsting. 

Als je je kind wilt helpen om emotioneel in balans te zijn, dan is het FreeHappyKids-Programma allicht iets voor jullie.

Van heftige of lange emotionele buien naar rust en balans

Van weerstand, steeds aandacht vragen of op je knopjes drukken naar zachtheid en meer spontane lieve momentjes

Van angst, perfectionisme of onzekerheid naar zelfvertrouwen en liefde voor jezelf

Helpt je kind spanning en vervelende gevoelens structureel beter los te laten, meer te ontspannen en sneller en dieper te slapen

Laat je kind op speelse wijze ontdekken hoe gevoeligheid werkt en de belangrijke vaardigheden om met je gevoeligheid in balans te zijn, en te blijven – ook als de buitenwereld druk is of bijvoorbeeld op school.

Wil je meer rust, balans & zelfvertrouwen voor je hoogsensitieve kind?

=>> klik hier voor het FreeHappyKids-programma

 

Waarom is mijn lieve kind soms zo ontzettend boos, en wat kan ik er aan doen?

Over de 3 belangrijkste oorzaken van boosheid en heftige buien in kinderen. En de eerste stap naar rust en harmonie in je gezin.

In dit artikel deel ik mijn visie op boosheid in kinderen. Om je te helpen begrijpen waarom je anders zo lieve kind soms zo ontzettend boos kan zijn. Waarom het niet persé altijd iets slechts is en wat het allerbelangrijkste is wat je kunt doen voor een kind dat worstelt met boosheid of heftige uitbarstingen.

Vechten, vluchten of bevriezen

Mensen hebben net als dieren een overlevingsmechanisme. Als onze stress-levels te hoog worden en we voelen ons bedreigd reageren we met ‘vechten’, vluchten of bevriezen.

Vaak kennen we alle drie vormen wel: we worden expressief boos, of passief agressief uit verdediging, we lopen weg, trekken ons terug, of we zijn het even helemaal kwijt en durven niks meer te doen of zeggen.

De meeste mensen hebben een voorkeursreactie die o.a. te maken heeft met ons temperament en onze eerdere ervaringen.

Uiteindelijk leren we -hopelijk- zo met onze gevoelens om te gaan dat stress niet zo hoog oploopt dat ons overlevingsmechanisme geactiveerd wordt en we ons veilig genoeg voelen om onze gevoelens er te laten zijn, zonder dat ze ons gedrag overnemen.

Kinderen hebben dezelfde soort reacties bij te veel stress of spanning.

  • Als een kind veel temperament heeft zal het sneller geneigd zijn te ‘vechten’ als het te veel stress ervaart: expressief boos worden, schreeuwen, snauwen, brutaal doen, slaan, met dingen gooien, etc.
  • Kinderen met minder temperament, zullen in eerste instantie sneller geneigd zijn om te ‘vluchten.’ Zich terug te trekken, worden hangerig, trekkerig of om te gaan huilen.
  • En sommige kinderen ‘bevriezen.’ Misschien heb je het wel eens gezien bij je kind. Mijn zoontje doet dat wel eens. Als we een drukke ruimte inlopen met veel mensen dan staat hij soms even bevroren stil en zegt een tijdje helemaal niks meer.

Hoewel alle kinderen, alle drie reacties kunnen vertonen, zul je bij kinderen met veel temperament en een sterke wil sneller ‘problemen’ ervaren met boosheid of agressie.

Dit is voor hun de logische overlevingsreactie op te veel spanning.
Niet een bewuste keuze.

Wat handig is om hiervan te onthouden

Het belangrijkste om hieruit mee te nemen is dat als je kind eenmaal ‘rood’ is, eenmaal in vechten, vluchten of bevriezen zit, niet meer goed na kan denken en vrij weinig controle heeft over zijn of haar gedrag.

Je lieve, zachte kind is bezig met overleven en kan even niet anders.

Dat wil niet zeggen dat bijvoorbeeld fysiek geweld opeens oké is – maar je kind heeft hier nog weinig controle over en heeft daar hulp bij nodig.

Een kind dat boos is of een heftige uitbarsting heeft voelt zich niet goed

Gevoelige kinderen worden regelmatig overspoeld door prikkels, geluiden, gevoelens en emoties waar ze zich geen raad mee weten.

Vooral kinderen met veel temperament, een sterke wil en/of met ouders die zelf nog vanuit een ‘vecht’ overlevingsmechanisme reageren door hun boosheid op de kinderen te richten (schreeuwen, straffen), zijn sneller geneigd om zelf boos te worden als ze met zichzelf in de knoop zitten.

Een kind dat boos is voelt zich niet goed en kan daar nog niet op een andere manier mee omgaan.

Als je je kind in deze situatie kunt zien als onzeker, overspoeld en wanhopig op zoek naar hulp… Als je het gedrag kunt zien als onmacht en angst, dan wordt het al ietsje makkelijker om rustig te blijven. En begrijp je ook waarom straffen, time-outs, en schreeuwen de situatie nooit beter maken.

Je kind zal zich dan alleen maar meer onzeker en oncomfortabel voelen, met meer spanning. Wat vervolgens alleen maar meer ‘lastig’ gedrag oproept.

Waar boosheid, wilde buien en heftige uitbarstingen vandaan komen

Een kind dat boos is of een heftige uitbarsting heeft voelt zich dus niet goed. Dat klinkt heel logisch, maar vaak vergeten we het toch even en schieten zelf in een reactie waar we achteraf ook niet echt blij mee zijn.

Heel vaak zit er een andere emotie achter de boosheid.

Dat kan iets eenvoudigs zijn zoals honger of slaap. Soms worstelt het kind met grote gevoelens: verdriet, teleurstelling, afwijzing, schaamte, niet begrepen of gezien worden. Of met te veel spanning die het pas uit op het moment dat het zich veilig voelt. Bij jou.

Hele kleine oorzaken kunnen dan enorme uitbarstingen veroorzaken. Omdat er eindelijk ruimte is voor de overweldigende gevoelens en spanning die ergens waren blijven hangen.  Of omdat het gewoon de allerlaatste druppel is en je kind het niet meer binnen kan houden.

De 3 belangrijkste oorzaken van boosheid & uitbarstingen

Dit zijn 3 oorzaken van boosheid, wilde buien & heftige uitbarstingen in gevoelige kinderen die het meest voorkomen.

1. Te veel spanning

De wereld wordt steeds drukker met steeds meer prikkels. Op school, van schermen en geluiden overal, van verwachtingen die we van kinderen hebben… Voor kinderen die alles intens waarnemen en voelen leidt dat soms tot uitdagingen.

Sensitieve kinderen zijn gevoelig voor sfeer, drukte, geluiden of voor heftige emoties – als iemand boos is bijvoorbeeld… Ze pikken overal van alles op en kunnen dat niet altijd makkelijk weer loslaten. Vaak klappen ze dicht, ontploffen op een later moment of kunnen niet goed tot rust komen en in slaap vallen.

Veranderingen en nieuwe situaties kunnen lastig zijn. Sensitieve kinderen zijn gevoeliger voor verwachtingen van anderen omdat ze die zo goed aanvoelen en kunnen veel van zichzelf vragen.

Vervelende gevoelens komen ook veel dieper binnen. Het gevoel niet begrepen te worden, teleurstelling, schaamte, een gevoel van afwijzing – ook als dat niet zo bedoeld was.

Die dingen raken gevoelige kinderen extra hard. En als ze nog niet weten hoe ze daar mee om moeten gaan dan kunnen zulke gevoelens lang blijven hangen.

Al die uitdagingen leveren spanning op voor je gevoelige kind

Als je kind deze spanning niet genoeg los kan laten dan kan de spanning oplopen of vast blijven zitten.

Als spanning te veel oploopt wordt je kind uiteindelijk ‘rood’ en komt in de overlevingsreactie terecht ‘Vechten, vluchten of bevriezen’.

Boze of heftige uitbarstingen dus bijvoorbeeld.

Te veel spanning – te vaak oranje of rood – leidt tot allerlei vervelende problemen:

  • ‘vervelend’ gedrag, uitdagen, brutaal zijn of negatieve aandacht vragen
  • angstig of emotioneel zijn
  • onzekerheid, perfectionisme of faalangst
  • lastig in slaap vallen, ’s nachts wakker worden of heel vroeg
  • moeilijk zelf tot rust komen
  • uitdagingen in sociale situaties
  • Snel afgeleid of moeite met concentreren op school
  • tics, verstopping, hoofdpijn, buikpijn en allerlei andere lichamelijke klachten

2. Gebrek aan verbinding

Aan de veiligheid en volledige acceptatie die kinderen ervaren als ze zich even echt verbonden met je voelen.

Als ze je volle aandacht krijgen, en de ruimte die ze dan hebben om helemaal zichzelf te zijn. Als ze zich echt gezien en begrepen voelen.

We zijn vaak druk. We hebben meerdere rollen, soms meerdere kinderen, werk, huishouden, relaties, telefoons die afleiden en veel (gevoelige) mensen vinden het sowieso al lastig om met volle aandacht in het hier en nu te zijn.

Kinderen hebben een basis behoefte aan kwaliteitsaandacht en verbinding.

Vooral als ze ons soms een hele dag niet zien, naar school of opvang gaan. En vooral als we boos zijn geweest of er iets anders gebeurd is wat spannend voor ze was.

Dan moeten ze even weer opladen met echte aandacht om zich weer veilig en ontspannen te voelen. Dat heeft niks te maken met verwennen.

Echte aandacht en emotionele connectie is iets wat kinderen nodig hebben om te overleven en om emotioneel gezond op te groeien.

Je hoeft kinderen niet 24 uur per dag je volledige aandacht te geven. Maar er is een minimum hoeveelheid aandacht wat elk kind nodig heeft om zich veilig te voelen en ‘opgeladen’ te zijn.

En als ze dat niet voldoende krijgen of voelen, gaan ze er om vragen. Vaak op manieren die wij als ‘minder prettig’ ervaren.

3. Gebrek aan autonomie

Kinderen willen graag invloed hebben over hun eigen leven. Een zekere mate van controle uit kunnen oefenen. Autonomie hebben dus.

Het leven van een kind wordt voor een heel groot deel door volwassenen bepaald. Waar ze heen gaan, dat ze naar school moeten, wat ze moeten doen op school, wanneer ze naar bed moeten, etc.

Vooral kinderen met een sterke wil of veel temperament hebben een grote behoefte aan autonomie. En peuters & pubers.

Alle kinderen hebben dat, maar bij deze kinderen merk je het sneller als ze niet genoeg autonomie ervaren. Bij 2-jarigen en bij pubers is het een belangrijke ontwikkelingsfase om hun eigen invloed te ontdekken en vergroten.

“Nou dan werk ik lekker niet mee”

Als kinderen het gevoel hebben dat ze te weinig invloed hebben, gaan ze hun invloed uitoefenen op momenten waar ze dat maar kunnen.

En meestal niet op momenten dat jij er op zit te wachten:

Lekker niet eten,
lekker niet naar de WC,
lekker niet gaan slapen,
lekker niet m’n jas aantrekken,
lekker niet tandenpoetsen,
lekker niet meewerken.

Dát zijn de plekken waar je kind invloed kan uitoefenen.

Je kunt een kind niet dwingen te eten, of te slapen of z’n tanden te poetsen. Je kunt er over ‘vechten’ en dreigen en straffen of belonen… maar dat is niet de meest effectieve manier, kost veel energie en voelt niet goed.

Zorgen dat de aandacht en autonomie balkjes van je kind opgeladen zijn

Ken je het computerspel ‘The Sims?’ In dat spel heeft elk poppetje een aantal balkjes met verschillende behoeftes. Als de balkjes vol zitten (je sim is uitgerust, heeft genoeg gegeten, voelt zich schoon, etc) dan is je Sim happy en groen. Als de balkjes te ver leeglopen dan worden ze ongelukkig en boos.

Je kind heeft 2 balkjes die heel belangrijk zijn. Als die opgeladen zijn dan is het makkelijk voor je kind om happy en rustig te zijn. Als ze leeg zijn dan wordt je kind overstuur, boos of laat ‘vervelend’ gedrag zien.

Dat zijn de balkjes van aandacht en van autonomie: AA

Het belangrijkste wat je als ouder zelf kunt doen om de situatie te veranderen en om je kind te helpen is door regelmatig de aandacht en autonomie balkjes van je kind even helemaal op te laden. Dan heb je 2 van de 3 oorzaken al te pakken.

Als die balkjes vol zijn hoeft je kind niet op negatieve manieren om aandacht te vragen of invloed en controle te zoeken door niet mee te werken.

Neem elke dag echt even de tijd voor je kind. Één op één.

Het mooie is: je hoeft er alleen maar te zijn. Kinderen weten vaak precies wat ze het liefste met hun ouders doen.

Er zijn geen magische woorden om je kinderen iets extra’s mee te geven. Jouw volledige, onverdeelde aandacht en aanwezigheid is genoeg om je kind helemaal op te laden.

Heb plezier samen en lach. Bijkomend groot voordeel is dat je je er zelf vaak ook gelijk beter door voelt.

Je kunt ook voor het slapen gaan in bed, na het boekje lezen, nog even rustig samen kletsen en een aantal minuten even je volledige aandacht aan je kind geven.

10 minuten per dag special time om de balkjes op te laden

Als je het graag wilt proberen en een richtlijn zoekt is 10 minuten per dag, per kind een goed uitgangspunt. Deze tijd is dan alleen jullie speciale verbindingstijd en samen eten, naar bed brengen, etc, staan daar los van.

Maar het verschilt per kind en situatie. Als je co-ouder bent bijvoorbeeld kunt je ook een half uur doen op dagen dat je je kind ziet. Of als je kind wat ouder is, elke dag een uur in het weekend.

Het een kwestie van uitproberen wat je kind precies nodig heeft om opgeladen te zijn en wat lukt in jullie huishouden.

Laat je kind iets kiezen wat het wil doen samen met jou en volg je kind. Dan heb je de behoefte aan aandacht en aan invloed tegelijk.

We noemen het hier bonus-tijd. Het betekend dat je mijn volle aandacht hebt en dat we spelen wat jij wil.

Je kind heeft jouw onverdeelde aandacht en mag kiezen wat jullie gaan doen dus voelt ook gelijk invloed en controle

Andere manieren om je kind invloed te geven is het zelf ‘kleine keuzes’ te laten maken afhankelijk van de leeftijd.

Welke kleding het aan doet,
een keer per week kiezen wat jullie gaan eten – of zelf koken,
eventueel met hulp maar onder leiding van je kind,
welke route jullie naar school fietsen,
welke huishoudelijke klusje je kind doet en wanneer.

Te veel keuze opties kunnen overweldigend zijn voor een kind. Dus het is handig als je bij ‘kleine keuzes’ een aantal opties aanbied. Hoe jonger je kind is, hoe minder opties.

Ik geef m’n kind aandacht en opeens wordt hij/zij toch boos???

Nou kan het zijn dat je net lekker een kwartiertje helemaal met je volle aandacht met je kind gespeeld hebt en je kind vervolgens ontzettend boos wordt als je hier weer mee op wilt houden.

Het kan zijn dat je kind dan nog niet volledig is ‘opgeladen’, maar het kan ook zijn dat er nog een groot gevoel ergens onder zat wat er graag uit wou. Vooral als je hier net mee begint.

Als je kind zo boos wordt na het samen spelen kun je je misschien gaan afvragen of je het wel ‘goed’ hebt gedaan, of je kind het spelen met jouw wel waardeert en of het wel ‘zin heeft gehad?’

Absoluut wel!

Je hebt het zelfs zo goed gedaan en zo’n fijne en veilige omgeving gecreëerd voor je kind, dat eindelijk dat grote gevoel eruit komt.

Niks persoonlijks. Je kind voelt zich veilig bij jou, dat is een compliment. Soms vervelend en oncomfortabel voor ons, maar wel iets gezonds. Veel gezonder dan opkroppen.

Te veel spanning? Naar school?

Gaat je gevoelige, hoogsensitieve of temperamentvolle kind naar school dan is oplaadtijd als jullie elkaar wel zien extra belangrijk.

Maar je kind krijgt dan ook meer last van spanning, prikkels en verwachtingen op school. Net zoals bijvoorbeeld op verjaardagen, feestjes of andere drukke activiteiten.

Daardoor kan de spanning toch flink oplopen en problemen en uitdagingen opleveren voor je kind. Jullie speciale oplaadtijd is dan niet altijd genoeg voor je kind om ontspannen en happy te zijn.

Als je je kind daar praktische en effectieve tools voor wilt meegeven dan is het FreeHappyKids-programma allicht iets voor jullie.

De heldere uitleg-video’s leren je kind (en jou) om beter te begrijpen wat er allemaal gebeurd als je gevoelig bent. Kinderen herkennen zichzelf daarin en voelen zich beter begrepen en gezien.

In 8 modules met elk diverse tools, energie-oefeningen en meditaties help je je kind om helemaal tot rust te komen, spanning los te laten, om te gaan met heftige gevoelens & lastige situaties en groeit het zelfvertrouwen.

  • Minder emotionele buien of boze uitbarstingen, meer rust & harmonie
     
  • Meer echte, diepe rust & balans voor je kind, en makkelijker zelf tot rust komen (en in slaap vallen!)
     
  • Je kind helpen effectief om te gaan met vervelende gevoelens, spanning en drukte
  • ‘Vervelend’ gedrag van overprikkeling – zoals steeds aandacht vragen, aan je hangen, jengelen, of juist steeds in de weerstand schieten, uitdagen of op je knopjes drukken – stoppen

  • En een fijne sfeer in huis met (nog) meer lieve spontane momentjes

Je kunt er hier alles over lezen als je wilt:

De FreeHappyKids-Methode

Het FreeHappyKids-Programma is voor kinderen vanaf ongeveer 6 tot 12 jaar.

JUNIOR (1 t/m 5 jaar)

Voor jongere gevoelige kinderen, met heftige emotionele buien is er nu de JUNIOR-methode.

Speciaal voor gevoelige, hoogsensitieve en/of kinderen met een sterke wil t/m 5 jaar.

Met tools die je met je kind kunt doen, maar ook veel inzichten en tips voor jezelf als ouder.

Hoe je het stoplicht van je kind leert herkennen, je kind al jong kunt beginnen te leren zichzelf tot rust te brengen, een uitgebreide stap voor stap handleiding om op een bewuste en effectieve manier met boze buien om te gaan (of fysieke agressie).

Zodat je al jong een gezonde basis legt voor het omgaan met al die sterke gevoelens…

En je minder heftige buien hebt, je kind meer rust & balans voelt en je meer rust en harmonie in huis hebt.

Het FreeHappyKids JUNIOR programma (1 t/m 5 jaar)